GRAMMATICA ONDERWIJS IN ITALIAANSE CURSUSSEN ALS BUITENLANDSE TAAL
Regeling van het herhalingsseminarie voor docenten Italiaans in het buitenland
(met dank aan prof. Folie)
1/2 November 2008 – Golden Tulip Bel Air Hotel- Den Haag
Spreker: Prof.. Kerst folie
WAAROM HET WOORDELIJKE ASPECT
De geleidelijk meer gedetailleerde beschrijving van de taalkundige aspecten is onmisbaar voor die studenten die, geslaagd voor de voorbereidende graden, omgaan met de studie van de Italiaanse taal op het niveau van onafhankelijke en bekwame gebruiker. In deze fase speelt juist de verdieping van het gebruik van tijden en verbale manieren een rol van primair belang. In communicatie, inderdaad, het werkwoord neemt niet alleen de belangrijkste dynamische aspecten over, maar het is ook het deel van de toespraak dat vanuit morfologisch oogpunt de meeste informatie geeft: persoon, aantal, tijd, manier, uiterlijk, diathese.
Over het algemeen zijn een onafhankelijke en bekwame gebruiker kritisch over de berichten die ze produceren, of ze nu eenvoudig of complex zijn, erin slagen de aanzienlijke communicatieve verschillen te zien die de formulering van een zin met zich meebrengt. Het is het signaal dat de mechanische leerfase voorbij is en een meer plastisch en bewust gebruik van L2 is begonnen. In deze zin, zoals het werd gezegd, het werkwoord speelt een absoluut bevoorrechte rol. Onze discussie verloopt volgens het volgende schema:
1. INDICATIEF
1.1 Het heden
1.2. "Typische" hulpwerkwoorden -1
1.3. "Typische" hulpwerkwoorden -2
1.4. "Typische" hulpwerkwoorden -3
1.5. "Typische" hulpwerkwoorden -4
1.6. Verleden verleden versus verleden verleden
1.7. Onvolmaakte versus perfecte tijden
1.8. Relatieve tijden
1.9. Modaal gebruik van de toekomst
2. VOORSCHRIFT
2.1. Soorten imperatief
3. VOORWAARDEN VS INDICATIEF
3.1. Voorwaardelijk versus indicatief
3.2. De voorwaardelijke
4. SUBJUNCTIEF
4.1. Aanvoegende wijs noodzakelijk en niet – 1
4.2. Aanvoegende wijs noodzakelijk en niet – 2
4.3. Zinnen met een sterke wil
4.4. Pragmatische aanvoegende wijs
4.5. Hypothetische periode
5. IMPLICIETE MANIEREN
5.1. Oneindigheid, gerundium
5.2. Tegenwoordig lexicaliseerd deelwoord -1
5.3. Tegenwoordig deelwoord lexicalized -2
6. ONPERSOONLIJKE VORMEN EN PASSIEVE CONSTRUCTIES
6.1. Onpersoonlijke werkwoorden - 1
6.2. Onpersoonlijke werkwoorden - 2
6.3. Passieve vorm
7. DIRECTE EN INDIRECTE TOESPRAAK
7.1. Directe en indirecte spraak - 1
7.2. Directe en indirecte onenigheid - 2
7.3. Indirecte vragen
8. COÖRDINATIE - SOORTEN COÖRDINATIE
8.1. Coördinatie
8.2. De multifunctionele "e" - "ma"
9. VAN COÖRDINATIE NAAR ONDERWERPING
9.1. Van coördinatie tot ondergeschiktheid
10. ONDERGRONDSLAG - SOORTEN
10.1. Definitieve en concessieve voorstellen
10.2. Tijdelijke en voorwaardelijke proposities
11. SCANTONAMENTI
11.1. Verbaal reductieschema van hedendaags Italiaans
11.2 De meest terugkerende retorische figuren
11.3. Schema voor een intuïtief gebruik van het hulpwezen